Naar sport kijken, helemaal TV sportprogramma's heb ik nooit leuk gevonden. Ik vind het interessanter naar mensen te kijken, die zelf naar mensen kijken die een sportprestatie leveren. Er is iets intrigerend aan fanatisme van supporters. Helemaal als ze over de streep van maatschappelijk verantwoord gedrag gaan; ofwel hooliganisme. Het meest opvallende en grappige moment is het einde van de voetbalwedstrijd als Nederland net van Duitsland heeft verloren: iedereen staat dan namelijk op en gaat zo snel mogelijk naar bed. Ze zeggen niet eens welterusten. Jammer dat ik dat moment nooit heb gefilmd.
Daarentegen, zelf sporten is daarentegen een van mijn favoriete bezigheden.
Het heeft me nooit echt bezig gehouden waarom ik zelf niet leuk vind om naar sport te kijken, totdat ik een commentaar in het NRC handelsblad las over de ironie van Olympische spelen en Paralympics.
Laat het me uitleggen in mijn eigen woorden. Het is echt geweldig dat we olympische spelen hebben, waarin de landen over de hele wereld op een zeer beheerste manier met elkaar aan het strijden zijn. Jammer alleen dat een goed bedoeld idee: het stimuleren van wereldvrede, waarbij politiek buiten wordt gehouden, overspoeld raakt door de enorme nadruk op de happy few die medailles hebben gewonnen. Daarnaast is ieder land hun eigen "helden" en de hoeveelheid medailles aan het verheerlijken.
Trouwens, in Nederland is definitie van woord "held" gelukkig minder opgeblazen dan bijvoorbeeld in Verenigde Staten. Mijn definitie is nog specifieker: iemand die iets buitengewoon goed voor anderen doet.
Er wordt daarnaast de hele tijd over grote prestaties gesproken, waarbij je vanuit gaat dat je met voldoende doorzettingsvermogen daar zou kunnen staan. De bittere waarheid is, dat onze ouders jou en mij een stel waardeloze genen hebben doorgegeven. De kans op een plek op het podium is vrijwel nihil. Alle medaille winnaars hebben simpelweg de juiste combinatie van genen. Ranomi Kromowidjojo heeft onder andere bredere schouders en kortere benen ten opzichte van haar romp in vergelijking tot een gemiddeld persoon.
Nogmaals, helemaal niks mis met mensen die hun lichaam en geest gebruiken tot grensverleggende prestaties. Maar het zijn geen helden. Een persoon die bewijst dat hij tot meer in staat is dan een ander is geen held.
Sport kan zelfs impliciet racisme benadrukken. Het is gelukkig zo, dat juist relatief arme afrikanen toevallig veel betere sportgenen hebben dan rijke amerikanen, aziaten of europeanen, anders zou Hilter zijn gelijk gekregen hebben over de superiore Duitse ras. Machtig, rijk en ook nog goede sportgenen...geen goede combinatie.
De echte reden, waarom het kijken naar sport niet leuk is, is de oneerlijkheid van de strijd. Iedere wedstrijd begint hoe dan ook met een genetisch voordeel van de een ten opzichte van de ander. Marathon is wat dat betreft de meest saaie sport, die ik ken. Het is dan ook ironisch, wanneer we zoveel over doping praten. Het mooiste voorbeeld van deze ironie is Oscar Pistorius ofwel Blade Runner; een man, die met beenprotheses sneller zou lopen dan iemand met eigenlijk "slechts" goede genen.
Voetbal spant wel de kroon met oneerlijkheid. Een succesvolle voetbalclub is kwestie van geld geworden.
Samengevat, de volgende keer als je een topprestatie aan het bekijken bent, kun je je afvragen wat je precies aan het toejuichen bent? Is het zijn toewijding, die voor 10% geldt? Of kijken we tegen zijn genen op? En dat jij aan hem of haar genetisch verwant zou zijn. Het is immers je landgenoot.
Een eerlijke, sportieve wedstrijd is contradictie interminus. Het kan nooit helemaal eerlijk zijn. We kunnen toch niet met al die discussies over protheses, doping of gewoon voedsel en zwempakken, de regels van eerlijkheid steeds opnieuw bepalen! Het gaat op een gegeven moment nergens over.
Dit is in ieder geval mijn favoriete moment in de hele olympische spelen. Is topsporter Liu gefaald, omdat zijn genen hem niet meer toelaten om een hele sterke pees te ontwikkelen voor zulke prestaties?